Buitengewone mensen. Dat zijn migranten volgens Ian Goldin. Buitengewone mensen, die samenlevingen vele malen meer opleveren dan dat ze kosten. Goldin, Zuid-Afrikaan en momenteel dean van de Oxford Martin School (een onderzoeksinstituut voor toekomstvraagstukken) schreef er een boek over: Exceptional People: How Migration Shaped Our World and Will Define Our Future. Volgens Goldin en zijn co-auteurs, de onderzoekers Geoffrey Cameron en Meera Balarajan, is migratie geen gevaarlijke tsunami die naties overspoelt, maar een positieve economische kracht, net zoals vrijhandel of fluctuerende wisselkoersen. Ze ondersteunen dat betoog met cijfers die er niet om liegen. Het wereldwijd opengooien van grenzen zou in een kwart eeuw bijna veertig biljoen dollar aan de wereldeconomie toevoegen. ‘Hoe overheden hun migratiebeleid inrichten zal bepalen of onze gezamenlijke toekomst wordt bepaald door een meer open en kosmopolitische mondiale samenleving, of door een samenleving die ongelijk, verdeeld en minder welvarend is’, aldus het trio.

Exceptional People verscheen in 2011. Het pleidooi dat migranten verwelkomd moeten worden, al is het maar uit verlicht eigenbelang, staat in schril contrast met de huidige roep om dichte grenzen en de wens migratie te ontmoedigen. Goldins visie staat haaks op het debat waarin migratie niet als een normaal sociaal verschijnsel fungeert, maar als een probleem, en vaak wordt gevolgd door het woord ‘crisis’.

‘Het is geen gezonde term, migratiecrisis’, zegt Goldin. ‘En evenmin accuraat. Migratie is altijd onderdeel van een samenleving geweest. In feite zijn we allemaal migranten. Het is wat ons tot mens maakt. Als mensen niet waren gemigreerd, dan waren we als soort al lang uitgestorven.’

Ons gesprek vindt plaats in Goldins werkkamer in Oxford, met uitzicht op Broad Street met zijn universitaire boekhandels en waar in 1555 drie Anglicaanse bisschoppen werden verbrand wegens ketterij. Er wordt gezegd dat de roetvegen van de brandstapel nog steeds te zien zijn op de houten deur van Balliol College, waar Goldin fellow is. Sinds 2006 bekleedt Goldin in Oxford een leerstoel globalisation and development. Daarvoor voerde zijn carrière hem langs de grote internationale instituties: de oeso, de Wereldbank, de Verenigde Naties. Halverwege de jaren negentig was hij adviseur van Nelson Mandela.

Goldin is een zakelijk denker, met het geloof in wereldpolitiek dat noodzakelijk is voor een carrière in de internationale ambtenarij. Met zijn enigszins raspende stem en ernstige gelaatsuitdrukking geeft hij een analyse van het migratiedebat die ingaat tegen de verhitte emotiepolitiek die de afgelopen tijd de boventoon voert. Hij zegt uit te kijken naar het teruglezen van dit interview: ‘Als Zuid-Afrikaan kan ik Nederlands lezen.’

Het begint met de feiten. Het idee dat de wereld een migratiehausse doormaakt, klopt niet, volgens Goldin. ‘Als aandeel van de wereldbevolking is ongeveer drie procent migrant’, zegt hij. ‘Dat cijfer is al tweehonderd jaar nagenoeg constant. Er zijn natuurlijk migratiepieken geweest. Europa in de negentiende eeuw kende massale verplaatsing van bijvoorbeeld Ieren, Zweden en Italianen. Toen de Balkan uiteenviel in de jaren negentig kwamen er grote bevolkingsstromen op gang. Maar gemiddeld genomen is migratie nu niet omvangrijker of minder omvangrijk dan in het verleden. Daarom kan ik moeilijk begrijpen waarom er nu een migratiecrisis zou heersen.’

Dat migratie toch vooral in rampentermen wordt besproken, wijt Goldin aan de politieke klasse: ‘Het zijn politici die migratie tot een crisis maken. Natuurlijk zijn de huidige vluchtelingenstromen richting Europa een vraagstuk dat opgelost moet worden. Vooral in het belang van de mensen die rampen in hun thuisland ontvluchten. Maar Europa heeft veel zwaardere uitdagingen het hoofd geboden. Dit is alleen een crisis als we er een crisis van maken.’

Waarom is het zo eenvoudig om politiek munt te slaan uit het migratiecrisis-sentiment?

‘Zelfs groepen die zelf ooit migrant waren, willen de volgende migratiestroom weren’

‘Volgens mij is er een cyclus gaande, waarbij politiek reageert op media die berichten over groepen in de samenleving die zich bedreigd voelen, soms met reden, omdat migranten intrede doen in hun gemeenschap. Met de media als klankkast lijkt het soms alsof deze groepen in de meerderheid zijn, maar in werkelijkheid blijft het onduidelijk wie zich nu precies bedreigd voelt door migratie en waarom dat zo is. Als je elke dag op de voorpagina van de krant leest dat er een crisis gaande is die niet wordt aangepakt, dan ga je dat geloven. Als de migratiekwestie wordt geformuleerd als “Nederland wordt gevraagd om twintigduizend mensen een plek te geven, we hebben een plan hoe dit te doen en we hebben in het verleden veel grote groepen opgevangen”, dan is het geen crisis, maar iets wat simpelweg wordt gedaan.’

Dat plan is cruciaal. Het is opvallend hoe onvoorbereid Europese landen bleken te zijn op een plotselinge migratiestroom.

‘Deels komt dat doordat migratiebeleid het stiefkindje van het internationale politieke systeem is. Je hebt de Internationale Organisatie voor Migratie, maar dat is geen VN-orgaan. Europa heeft onder meer Frontex, maar als geheel is het systeem onvoorbereid. Bezuinigingen op nationaal niveau helpen ook niet. Er wordt gesneden in budgetten en personeel bij de nationale instanties die migratie in banen moeten leiden. De capaciteit om met migranten om te gaan groeit absoluut niet mee met de hoeveelheid migranten. Die bezuinigingen zijn onderdeel van een groter probleem: samenlevingen zijn onzekerder geworden, ze kampen met meer werkloosheid. Als de taart groter wordt, zijn mensen een stuk meer ontspannen als anderen daar een deel van willen hebben.

Dat alles levert situaties op zoals hier in het Verenigd Koninkrijk. Er zijn momenten geweest in de geschiedenis waarop dit land tienduizend mensen per week zonder al te veel problemen kon opnemen. Nu wordt gezegd dat met vierduizend mensen in twee jaar de capaciteit is bereikt. Complete onzin. We kunnen veel meer mensen opvangen. Duitsland doet het wat dat betreft goed. Het land neemt duizenden mensen per dag op. Al lijkt ook daar de grens bereikt.’

Hoe ziet een samenleving eruit die meer op migratie is voorbereid?

‘Dat begint met het besef dat migratie een sociaal proces is dat niet aan of uit kan worden gezet. Migranten komen naar een plek, ze hebben diensten nodig en vormen een concurrentie op de arbeidsmarkt die sommigen als bedreigend ervaren. Dat is de korte termijn. De voordelen van migratie, hogere groei bijvoorbeeld, doen zich voor op de lange termijn en zijn nationaal. Het migratieonderzoek levert veel bewijs dat diensten verbeteren als gevolg van migratie. Kun je je een ziekenhuis voorstellen zonder migranten die er werken, die het schoonmaken? De arbeidskosten in de bouw gaan omlaag, dus kun je meer bouwen.

Omdat migratie dit soort gevolgen heeft, vind ik dat het een nationale verantwoordelijkheid is om lokale overheden te helpen migranten op te nemen. Daar hoort ook beleid bij om migranten over het land te spreiden, ook al gaat dat in tegen de wensen van migranten die in hun eigen gemeenschap willen blijven. Het samenklitten van migranten op één plek belemmert assimilatie en integratie. Ten slotte, en dat is belangrijk, moeten migranten kunnen werken. En daar hoort de deal bij van belasting betalen en recht op minimumloon en sociale voorzieningen. Dat hoeft niet alles in één keer te betekenen, maar kan in fases gaan.’

Die ontvankelijkheid lijkt mij lastig te verenigen met een ruimhartige verzorgingsstaat.

‘Die opvatting is een voorbeeld van wat Europeanen als de Europese uitzondering beschouwen. Ze zeggen: “Je kunt niet veel migranten toelaten zonder dat het de belastingbetaler veel geld kost.” Volgens mij houdt die redenering geen stand. Veruit het meeste onderzoek dat ik ken laat zien dat migranten veel meer bijdragen aan belasting dan dat ze van staatswege ontvangen. Waarom? Omdat migranten, vergeleken met de doorsnee bevolking, bovengemiddeld vaak alleen zijn, de leeftijd hebben waarop gewerkt wordt, en een baan hebben. Dan heb ik het over migranten, niet over vluchtelingen. Duitsland is economisch zo succesvol omdat het erin slaagt arbeidsmigranten op te nemen.’

Misschien bouwt die druk op de verzorgingsstaat zich langzaam op.

‘Dat is sterk afhankelijk van in hoeverre migranten kunnen komen en gaan. Een voorbeeld. Op dit moment is er netto emigratie van Poolse werknemers uit het Verenigd Koninkrijk. Ze maken geen aanspraak op uitkeringen hier. Als ze aanspraak maken op sociale voorzieningen, dan doen ze dat thuis, waar ze bij hun familie kunnen zijn. Je ziet het ook aan Spanje en Griekenland. Daar is de werkloosheid enorm hoog, vooral onder jongeren. Wat zo opvallend is, is dat maar weinig jonge Grieken en Spanjaarden naar Noord-Europa of naar het Verenigd Koninkrijk gaan. De reden is dat je als werkloze liever dan op de straten van Amsterdam bij je familie in Spanje of Griekenland bent. Er is volop mogelijkheid voor migratie binnen de EU, maar massaal uitkeringstoerisme is uitgebleven. Daarom geloof ik niet in de Europese uitzondering. Al het bewijs dat ik ken laat zien dat migranten meer bijdragen dan ze ontvangen. Om dat te kunnen meten is het wel belangrijk om migranten te documenteren. Dat is weer lastiger hier in het Verenigd Koninkrijk dan in continentaal Europa. Hier hebben we geen verplichte ID-papieren.’

Paspoorten. In Exceptional People, Goldins boek, is een bijzondere rol weggelegd voor de geschiedenis van reispapieren. In een tijd waarin zelfs baby’s een eigen paspoort moeten hebben is het verrassend om te lezen dat in liberale kringen in het Europa van de late negentiende eeuw het idee van gedocumenteerd reizen als achterhaald werd beschouwd. Voorstanders van paspoorten werden afgeschilderd als achtergebleven geesten die vasthielden aan een feodaal geloof in de binding tussen mens en territorium. Vrij over de wereld kunnen bewegen was een logisch uitvloeisel van de liberalisering van handelsverkeer, die destijds een hoge vlucht nam. Voor mensen moest hetzelfde gelden als voor goederen: de wet van vraag en aanbod moest de juiste hoeveelheid op de juiste plek doen belanden.

Anno 2016 zijn vrij economisch verkeer en vrij verkeer van personen juist weer ontkoppeld, constateert Goldin: ‘Alles is meer open geworden. Handel, financieel verkeer, digitale communicatie. Ideeën, geld en goederen bewegen zich vrijer dan ooit over de wereld, maar mensen zitten vast. Reispapieren zijn ook veel belangrijker geworden omdat de grenscontrole zoveel strikter is geworden. En er zijn veel meer landen dan honderd jaar geleden. De wereld is in veel kleinere eenheden opgedeeld. Een eeuw geleden was je geen migrant als je van Ierland naar het Verenigd Koninkrijk ging. Evenmin als je van Wit-Rusland naar Moskou verhuisde. Afrika bestaat inmiddels uit 54 aparte landen, Tsjechië en Slowakije bestaan apart, bijna de hele Balkan was ooit één land. Die territoriale indeling heeft enorme gevolgen. Daarom denken mensen dat er meer migranten dan ooit zijn. Maar in werkelijkheid is het aantal migranten niet toegenomen ten opzichte van de gegroeide wereldbevolking. Tel daarbij op dat er veel meer grenzen zijn die een mens moet oversteken en dat we nu weten hoeveel mensen dat doen, en je komt tot het inzicht dat het percentage van de wereldbevolking dat migrant is eerder kleiner is geworden.’

Er zijn uitzonderingen op het paspoortregime, zoals…

‘Schengen, inderdaad. Schengen is het enige voorbeeld voorzover ik weet dat tegen de trend in gaat. Het is een interessant experiment om mensen zonder paspoortcontrole te laten reizen. En het laat zien dat zelfs als mensen de kans hebben er maar relatief weinig verhuizing optreedt. Zuid-Europa is niet massaal naar Noord-Europa getrokken.’

‘Het is een fantasie dat we een gelukkige, veilige toekomst kunnen hebben zolang we de grenzen maar kunnen dichtdoen’

Migranten leveren meer op dan ze kosten. Open grenzen leiden niet tot massamigratie. Uw boodschap lijkt maar weinig invloed op het debat te hebben.

‘Inderdaad is het migratiedebat een soort feitenvrije zone. Deels komt dat doordat het onderzoek naar de economische gevolgen van migratie nog beperkt is. We hebben veel meer data nodig, zeker gezien het belang van dit onderwerp. Maar de data die we hebben laten zien dat de netto economische impact van migratie positief is. Maar je hebt gelijk, zelfs de cijfers die er zijn, lijken er weinig toe te doen. In het Verenigd Koninkrijk smeekt het bedrijfsleven om meer buitenlandse arbeidskrachten. Toch houdt de Conservatieve regering, waarvan je zou verwachten dat ze bedrijfsbelangen behartigt, vast aan beleid om migratie in te dammen. Die disconnectie tussen politiek en economische belangen is verbijsterend. Het migratiedebat is hoog politiek, hoog emotioneel en grotendeels gebaseerd op toevallige voorkeuren, die vooral over de korte termijn gaan. Zelfs groepen die zelf ooit migrant waren, willen de volgende migratiestroom weren. Het Britse koningshuis is van Duits-Griekse komaf. Koningin Victoria’s eerste taal was Duits. Toch wordt ze gezien als een typisch Britse vorstin. We zijn heel goed in het creëren van mythes over onszelf als een nationale, plaatsgebonden eenheid waarin zich opeens buitenlandse elementen mengen.’

Waarom toch die behoefte aan dat soort mythes?

‘Voor een belangrijk deel komt het doordat we in een zeer onzekere fase van de wereldgeschiedenis leven. De wereld is hypergeglobaliseerd, en dat brengt nieuwe bedreigingen met zich mee. Klimaatveranderingen, pandemieën, internationaal terrorisme, cyberaanvallen – al die dingen komen ergens anders vandaan. Tegelijk zijn ze ongrijpbaar, laat staan dat ze zijn vast te pinnen op een individu. Bij migratie kan dat wel. Angst en onzekerheden over wat van buiten komt worden geprojecteerd op mensen die ergens vandaan komen. De migrant belichaamt de angst voor globalisering. Mensen hopen de migrant buiten te houden net zoals ze klimaatverandering, pandemieën of economische crises buiten willen houden. Het is een fantasie dat we een gelukkige, veilige toekomst kunnen hebben zolang we de grenzen maar kunnen dichtdoen.’

Fantasie of niet, veel mensen leven wel met dat gevoel, en politici spelen erop in.

‘Het is aantrekkelijk, het idee dat we een cocon om ons heen kunnen spinnen, waarbinnen we ons veilig voelen. Dat kan niet, en zelfs als het zou kunnen, dan zou het onze problemen alleen maar verergeren. Want klimaatverandering, pandemieën et cetera moeten aangepakt worden, anders wordt de wereld kwetsbaar. Maar dat neemt niet weg dat we die impuls hebben, om ons te beschermen tegen alles wat anders is. Ik ben geen psycholoog of antropoloog, het is niet mijn taak om menselijk gedrag te doorgronden, maar ik constateer dat de politiek die onzekerheden inderdaad aanwakkert. Politici stellen voor: “Stem op mij, dan regel ik een betere toekomst voor u.” Vervolgens kijk je naar de wereld en je ziet dat die belofte vals is. Ze houden geen financiële crises tegen, ze roepen klimaatveranderingen geen halt toe, ze voorkomen geen cyberoorlogen. Het enige wat ze kunnen stoppen is migratie, dus doen ze dat.’

U en ik zijn niet bang voor migranten.

‘Ik ben niet bang omdat ik me geen zorgen maak mijn baan te verliezen. Mijn buurt verandert niet. Ik voel me niet bedreigd. De meeste mensen die zich bedreigd voelen door migratie voelen zich in het algemeen in het nauw gedreven. Ze maken zich zorgen over hun spaargeld, hun financiën, hun baanzekerheid, het uiteenvallen van hun gemeenschap, criminaliteit. In dat soort situaties zoeken mensen iemand om de schuld te geven. De wereld is goed voor mij geweest, maar voor velen niet. Velen zijn onzeker, en ik ben het met ze eens. De toekomst is onzeker. Het zijn legitieme zorgen, maar geen reden om te zeggen dat we migratie moeten stoppen.’


Nieuwe serie: migratiedenkers
Grote groepen migranten voor de poorten van Europa onderstrepen het eens te meer: migratie, gedreven door de vlucht voor geweld of door de hoop op een betere toekomst, is een van de belangrijkste mondiale vraagstukken van dit moment. Op zoek naar de betekenis en gevolgen van migratie in de 21ste eeuw gaat De Groene Amsterdammer de komende tijd in gesprek met prominente denkers over migratie.


Beeld: (1) Gastarbeiders uit Marokko bij NDSM in Amsterdam-Noord, 1982. Foto: Stadsarchief Amsterdam / Cor Jaring (2) Ian Golding